Digitale techniek ook in Erm
getuige een zeer luid gekerm.
Daar had Ko van Keten
weer ’n kootje versleten
door eindeloos tikken op ’t scherm.
Digitale techniek ook in Erm
getuige een zeer luid gekerm.
Daar had Ko van Keten
weer ’n kootje versleten
door eindeloos tikken op ’t scherm.
Bij ’t sluisje stond Japik te Assen
eens wijdbeens in ’t water te plassen.
Hij stond nog niet klaar
of ‘r was commentaar:
‘Hé, sas is geen oproep tot sassen!’
Te gul
Een krepserig baasje in Dé Har
heet daar heel begrijpelijk ‘dé Knar’.
Eens gaf deze krent
een fooi van drie cent
en was toen twee weken in dé war.
Een kale matrone te Schraard
was wegens haar kachels vermaard:
van ‘n antieke oven,
tot testen en stoven.
“Ik ben”, sprak zij, “best wel-be-haard.”
Een fraaie nudiste te Traan
kwam ván een bloot weekend vandaan.
Men vroeg toen aan haar:
‘Hoe vond je het daar?’
Ze antwoordde: ‘Nou, niet veel aan.’
Niet zo gek als ze leek
Een stokoud grijs muisje te Zwiep,
dat tegen de negentig liep,
ging blaffen en mauwen
en zei, in vertrouwen:
‘Ach, hoor eens, ‘k ben niet meer zo piep.’
Zijn hoofd kwijt
Dement was die heer in De Woude,
wiens libido geenszins verflauwde.
Vergat veel, met name
in bed bij een dame:
daar kon hij zelfs zích niet onthouden.
Twee vragen, één antwoord
Heer Botje ging ooit naar Zuidlaren.
Aan ’t feit valt nog iets te verklaren.
Hoe ging hij erheen?
En hoe hij verdween …
Het antwoord is kortweg: gevaren.
Vel over been
Een lat met twee spijkers uit Mun,
die dee aan de lijn just for fun.
En vraag je haar man:
‘Wat vind je d’rvan?’
dan antwoordt hij kort en goed: ‘Dun!’
Een tandarts vree ooit in De Bult
een fraaie madam na ’t consult.
En op de factuur
schreef hij, zeer secuur,
‘Op 3 mei 2 gaatjes gevuld.’