Spring naar inhoud

I 7

I 7: Vogels gewogen

Gradatim
Delicium Stellae mei - De zaligheid van mijn Stella,
columba - zijn duif,
dicam - ik zal het zeggen
licet Verona audiente - ook al luistert (heel) Verona toe -
vicit passerem Catulli - heeft Catullus’ mus verslagen,
Maxime - o Maximus.
Meus Stella - Mijn Stella
tanto maior est - is (net) zoveel groter
tuo Catullo - dan jouw Catullus
quanto columba - als een duif
maior est passere - groter is dan een mus.

Metriek: hendecasyllabus
- Catullus gebruikte dezelfde versmaat in Carmina 2 en 3. De keus van deze versmaat onderstreept bovendien het ietwat lichtzinnige karakter van het gedicht.
Taalkundig
- licet (r. 2) ondersteunt de concessieve betekenis van de ablativus absolutus
- vicit (r. 3): het perfectum geeft een voldongen feit aan
- tanto (r. 4) en quanto (r. 5): ablativi mensurae discriminis
- Catullo (r.4) en passere (r.5): ablativi comparationis

Stellae delicium mei columba,
- Verona licet audiente dicam -
vicit, Maxime, passerem Catulli.
Tanto Stella meus tuo Catullo
quanto passere maior est columba.

 

’t Zal wel heiligschennis wezen
in d’ oren van de Veronezen:
de duif, mijn Stella’s heerlijkheid,
wint gemakkelijk het pleit
als jij Catullus met die mus
naar voren brengt, o Maximus.
Gaat men de vogels vergelijken,
dan zal de duif de grootste blijken.
En zo zal Stella - zeker weten! -
als de grootste zijn bemeten.

Commentaar

- Het gedicht verwijst naar Carmina 2 en 3 van Catullus, geboren in Verona, over de passer, de mus, het lievelingsvogeltje van Lesbia, Catullus’ geliefde. Deze mus hupt in haar schoot,
een gegeven dat seksuele associaties heeft opgeroepen zolang de beide gedichtjes gelezen zijn, associaties die ook even hard weer werden ontkend.
- Stella is Lucius Arruntius Stella, een van degenen die Martialis financieel ondersteunden. Deze Stella schreef over een duif als troeteldier.
- Maximus is hier een fictief persoon. De Maximi die bekend zijn, komen niet in aanmerking. Het invoegen van een fictieve naam is niet een stoplapprocédé, maar plaatst het gedicht in het kader van een sociaal gebeuren, zoals een gesprek over literatuur. Deze Maximus heeft het zogenaamd over Catullus en diens Lesbia-gedichtjes gehad, maken we op uit: ‘jouw Catullus’. Het gedichtje wordt zo de weergave van een vooronderstelde literaire discussie, waarin Martialis het opneemt voor Stella en hem de overwinning bezorgt. Zoals Stella Martialis financieel ondersteunt, zo strijdt Martialis voor zijn patroon met de pen. Dat het in die strijd niet gaat om enige literaire kwaliteit, maakt het gedichtje des te baldadiger.
- Opvallend is dat de beide vogeldichters zelf vergeleken worden. De impliciete boodschap hiervan zal wel zijn dat Stella de grootste heeft. Omdat Martialis geen man en paard noemt, valt er geen schaduw van vulgariteit over Stella, maar is er alleen een tongue-in-cheek bewondering (van mannen onder elkaar).
- Structuur
Ook door de plaats van de woorden steekt de duif overal boven de mus uit: begin en einde gaan over de duif, de mus zit ingepakt. Door zulke details maakt Martialis zijn roep als ‘de grootste onder de kleine dichters’ waar. Hij is een vakman pur sang.

* * *

Gepubliceerd inMartialis